Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie, [7]gij vertrouwt op dien gebrokenen rietstaf, op Egypte; op denwelken zo iemand leunt, zo zal hij in zijn hand gaan en die doorboren; alzo is Farao, de koning van Egypte, al dengenen, die op hem vertrouwen. 7. Rabsake doet den koning Hizkia groot ongelijk, als hij aldus van hem oordeelt en spreekt; want hij betrouwde op den Heere.